Aandoeningen van de lever – van geelzucht tot leverfalen
De lever weegt ongeveer 1,5 kilo, bestaat uit een linker- en rechterkwab en ligt rechtsboven in de buikholte, tegen het middenrif aan. Ook maakt de lever elke dag ongeveer een halve liter gal aan, afgevoerd via de galwegen. Verder bevat het orgaan ongeveer 800 ml bloed. Dit zijn zomaar enkele cijfers over de lever, die dan ook een spilfunctie heeft in de fysiologie en tot de systeemorganen wordt gerekend. De functies ervan zijn talrijk, maar de aandoeningen waaraan de lever kan lijden helaas ook. De lever kan men een chemische verwerkingsfabriek noemen met een enorme ontgiftingscapaciteit. Ook heeft de lever een groot regeneratievermogen indien er sprake is van onherstelbaar beschadigd leverweefsel, zoals bij levercirrose.
Inhoud
De lever en de spijsvertering
Het grootste gedeelte van het capillaire
bloed uit het darmstelsel (
tractus digestivus) komt via de poortader (
vena porta) in de lever. De aminozuren van de door
enzymen afgebroken eiwitten worden in de
lever opgebouwd tot lichaamseigen eiwitten, waaronder bloedeiwitten en
hormonen. Een van de belangrijkste functies van de lever – naast die van de
alvleesklier (
pancreas) – betreft dan ook de verwerking van voedingsstoffen die vanuit de damwand worden aangevoerd.
Functies van de lever
Naast de vele verwerkingsfuncties produceert de lever galvloeistof die onmisbaar is voor de emulgatie van vetten in de dunne darm. Gal wordt via de
galwegen naar de darm afgevoerd, afhankelijk van de hoeveelheid vet dat een maaltijd bevat. Minder bekend is dat de lever een belangrijke warmtebron is dankzij de vele stofwisselingsprocessen die er plaatsvinden.
Ontgiftingscapaciteit
Stoffen die de darmwand passeren en schadelijk zijn voor het lichaam worden in de lever geneutraliseerd, onder andere door de chemische binding aan glucuronzuur en acetylering. Een voorbeeld daarvan is alcohol, een voor het lichaam schadelijke stof.
Bron: FotoshopTofs, Pixabay Stapelingsfunctie en opbouw
De lever vervult een belangrijke rol in de koolhydraatstofwisseling. De tot glucose gesplitste koolhydraten komen in de lever terecht en worden gebruikt voor verbranding in de
lichaamscellen, zoals in de
spieren. Overtollige glucose wordt onder andere in de lever opgeslagen als glycogeen, waarbij insuline een grote rol speelt. De in de darm tot aminozuren gesplitste proteïnen zijn de
bouwstenen voor de aanmaak van lichaamseigen eiwitten, zoals de bloedeiwitten albumine en globuline, de dragers van de immuunstoffen bij
infecties. Hetzelfde geldt voor hormonen (eiwitverbindingen) en protrombine en fibrinogeen, die beide belangrijk zijn bij de bloedstolling. Daarnaast is de lever een bloedreservoir en stapelplaats voor
mineralen en
vitaminen, waaronder vitamine B12.
Leverziekten
Het spreekt vanzelf dat een slechte leverfunctie als gevolg van leverziekten de hele fysiologie van het lichaam raakt. Geelzucht (icterus) is een van de meest sprekende en opvallende voorbeelden van symptomen als gevolg van een acute of chronische hepatitis, vergiftigingen en tal van aandoeningen. Levercirrose is een chronische
leveraandoening waarbij leverweefsel te gronde gaat en vooral ascites (buikvocht) op de voorgrond treedt. Andere aandoeningen zijn
tumoren in de lever en leverfalen, dat plotseling optreedt of in de laatste fase van een chronische leverziekte.