Van epidemie tot pandemie
Schimmels, bacteriën, virussen... ze zijn altijd en overal aanwezig en proberen zich voortdurend te vermeerderen. Sommige bacteriën zijn noodzakelijk, zoals de micro-organismen in het maag-darmstelsel. Weer andere microben zijn voor de mens schadelijk, waarbij het risico dat een fysieke aanval slaagt afhankelijk is van veel factoren. In de meeste gevallen zorgt het immuunsysteem en tal van andere systemische factoren zoals koorts ervoor dat de aanval geen nare of zelfs een dodelijke afloop heeft. Het is in veel gevallen een strijd op leven en dood. Soms moet er hulp van buitenaf komen, bijvoorbeeld in de vorm van antibiotica.
Inhoud
Definitie van infectieziekte
Besmettelijke ziekten worden ook wel overdraagbare ziekten genoemd. Het zijn aandoeningen waarbij een groot besmettingsgevaar bestaat als gevolg van de virulentie van de microbe en/of de grote algemene
vatbaarheid van de mens. Veel mensen kunnen dan
ziek worden. Bij het overschrijden van een aantallengrens spreekt men van een epidemie. Een pandemie is een massale epidemie waarbij ook andere landen en zelfs een heel continent betrokken kunnen zijn, zoals de Spaanse griep (virustype H1N1) in de Eerste Wereldoorlog.
Bron: USDAgov, Wikimedia Commons (Publiek domein) Overdraagbare ziekte of niet?
Het aantal ziekten dat te wijten is aan micro-organismen is vele malen groter dan het aantal besmettelijke ziekten. Er is in het eerste geval geen sprake van directe of indirecte overdracht, zoals druppelbesmetting (
hoesten, niezen), aanraken van kleding, enzovoorts. Voorbeelden daarvan zijn longontsteking en
blaasontsteking. Deze ziekten worden niet onder de noemer
besmettelijke of overdraagbare ziekten geplaatst, hoewel er natuurlijk wel degelijk sprake is van een infectie. Er moet dus een directe of indirecte overdracht van ziektekiemen zijn wil men deze aandoeningen rangschikken onder de besmettelijke ziekten.
Verspreiding van ziektekiemen
Een besmettelijke ziekte verspreidt zich op twee manieren: via de directe weg, zoals contact met
geïnfecteerd materiaal, waaronder
sputum,
urine,
ontlasting, pus,
huidschilfers en door de zogenoemde druppelbesmetting als gevolg van aanhoesten en niezen. Maar ook de indirecte weg mag men niet onderschatten. Het betreft dan materiaal dat de patiënt heeft aangeraakt, zoals beddengoed, eetgerei en kleding. Ook
water kan besmet zijn en de ziektekiemen overdragen, waaronder de cholerabacterie.
Tussengastheer
In veel gevallen is er sprake van een tussengastheer om de besmetting van mens op mens overdraagbaar te maken. Bekende voorbeelden daarvan zijn de
vlieg, de teek, de
mug, maar ook runderen,
schapen en honden. Bij vliegen bestaat de overdracht via de poten, maar bij de
malariamug dringt de parasiet in het
insect en wordt de besmetting van malaria via de steek overgebracht.