Als het hart uit de pas loopt
Hartritmestoornissen kunnen het gevolg zijn van tal van aandoeningen, variërend van elektrofysische geleidingsproblemen, een sluipende arteriosclerose, infectieziekten tot acute stoornissen in de zuurstofvoorziening van het hart. Voor het stellen van de diagnose 'ritmestoornis' is een ecg-analyse noodzakelijk, doorgaans aangevuld met andere elektrofysiologische onderzoeken. Ritmestoornissen hebben vaak een grote impact op het gestel, maar kunnen ook fataal zijn, zoals kamerfibrilleren met in het kielzog ervan de acute hartdood.
Inhoud
Hartritmestoornissen en ouderen
Twintig procent van de ouderen boven de tachtig jaar heeft een of andere ritmestoornis. Meestal betreft het
atriumfibrilleren of atriumflutter. In veel gevallen zijn de klachten echter afwezig of minimaal, waardoor deze patiënten zich niet melden bij de huisarts. Ook komt het vaak voor dat ze niet in staat zijn om de klachten te verwoorden of op een andere manier te uiten.
Stolselvorming
Het gevaar van ritmestoornissen (met name boezemfibrilleren) is stolselvorming in het hart(oor). Het is dan ook niet verwonderlijk dat er nogal wat mensen in het ziekenhuis worden opgenomen met een beroerte waarbij de onderliggende oorzaak een onbehandelde
hartritmestoornis is.
Van sick sinus-syndroom tot atrioventriculaire ritmestoornissen
In elektrisch opzicht komt het normale hartritme tot stand dankzij het samenspel tussen de
sinusknoop (Knoop van Keith-Flack) en de atrioventriculaire knoop (knoop van Tawara), waardoor de kamers telkens kort na de contractie van de boezems samentrekken.
Supraventriculair of ventriculair
Abnormale impulsvormingen kunnen supraventriculair of ventriculair van aard zijn met als gevolg tal van mogelijke ritmestoornissen, variërend van extrasystolen (overslagen) tot brady- en tachycardieën, boezemfibrilleren, verschillende gradaties van een atrioventriculair blok tot het levensbedreigende
ventrikelfibrilleren.
Onschuldig of gevaarlijk?
Er zijn nogal wat
ritmestoornissen die nauwelijks tot symptomen leiden. Enkele belangrijke factoren in de beoordeling van ritmestoornissen hebben te maken met de vraag of ze het pompvermogen van het
hart aantasten (
decompensatio cordis). En of er stolselvorming kan optreden. In die gevallen is de ritmestoornis per definitie ernstig en dus gevaarlijk. Met behulp van een ecg en andere elektrofysische onderzoeken vormt de cardioloog zich een goed beeld van wat er met het hart aan de hand is en welke
oorzaken eraan ten grondslag liggen