Als ademhalen niet meer vanzelf gaat
Ademhalingsstoornissen hebben niet altijd met de longen te maken. Die kunnen kerngezond zijn. Hartproblemen zijn vaak de boosdoener bij mensen die zeggen dat ademen sinds enige tijd niet meer vanzelf gaat. Bij de minste of geringste inspanning zijn ze kortademig en soms zelfs cyanotisch. Tal van andere oorzaken kunnen eveneens een benauwd gevoel of kortademigheid veroorzaken. Er zijn karakteristieke ademhalingsstoornissen die duiden op een bepaalde aandoening van bijvoorbeeld de nieren of de hersenen.
Inhoud
Ademcentrum en chemoreceptoren
Onder normale omstandigheden gaat ademen vanzelf, waarbij de ademhaling is aangepast aan de
stofwisselingsbehoefte. Bij inspanning ademt men sneller omdat de celverbranding is opgevoerd en het lichaam dus om meer zuurstof vraagt. Als reactie is de ademhaling dieper en versneld. De
ademprikkel heeft alles te maken met het kooldioxidegehalte in het bloed en de chemoreceptoren die de koolzuurspanning 'melden' aan het ademcentrum. Hoe meer koolzuur een afbraakproduct van de celstofwisseling hoe intenser de ademprikkel.

Longen /
Bron: Toubibe, Pixabay Zuurstoftekort
Ook andere zure metabolische stoffen stimuleren de ademhaling. In normale gevallen verloopt dat samenspel moeiteloos. Als door een
ziekte de
longcapaciteit verminderd is, zal ondanks het snelle ademen om het zuurstoftekort aan te vullen langer sprake zijn van kortademigheid en wellicht zelfs van
cyanose (blauwe verkleuring van de huid).
De wonderlijke longen
Elke long bevat ongeveer 150 miljoen longblaasjes
(alveoli). Daar vindt de gaswisseling plaats met behulp van diffusie, waarbij zuurstof wordt opgenomen in het bloed en koolzuur wordt uitgeademd. Dankzij dit fascinerende systeem kan de
stofwisseling standhouden.
Koolzuurspanning
In klinische omstandigheden, bijvoorbeeld bij
shock of andere acute aandoeningen, wordt vaak de koolzuurspanning en de zuurstofverzadiging in het
bloed gemeten om te bepalen of de patiënt extra
zuurstof toegediend moet krijgen of juist niet.
Acidose
Bepaalde ademhalingsstoornissen wijzen op acidose, ofwel verzuring. Dat kan een respiratoire acidose zijn, bij een hoge koolzuurspanning in het bloed, of een
metabole acidose. In het laatste geval is er sprake van een stoornis in de stofwisseling van de koolhydraten, eiwitten en vetten. Tal van afbraakproducten verzuren dan het
bloed, waarbij de patiënt steeds suffer wordt en uiteindelijk in coma raakt. De Kussmaul-ademhaling, een zeer diep ademhalingstype, is daar vaak het gevolg van.