Van gaswisseling (longen) tot celademhaling
De stofwisseling, of metabolisme, bestaat uit biochemische processen die zich in de lichaamscellen afspelen, waarbij enzymen een essentiële rol vervullen. Zowel het hart- en vaatstelsel als de longen en de spijsvertering werken in de ruimste zin van het woord mee aan het optimaal verloop van het celmetabolisme. Ook in rust is een minimale stofwisseling nodig voor het in stand houden van de vitale functies, waaronder de hartslag, de hersen- en nierfunctie en de ademhaling.
Inhoud
Anabolisme en katabolisme
De cel heeft bouwstoffen (eiwitten) en brandstoffen (glucose en vetten) nodig. Ze zijn afkomstig uit het
voedsel en worden door het
bloed naar de
lichaamscellen getransporteerd. De biochemische processen die in de cel plaatsvinden, staan grotendeels in het teken van anabolisme en katabolisme. De afbraak (katabolisme) van organische stoffen in kleine moleculen, zoals vetzuren, aminozuren en monosachariden, is essentieel voor de opbouw (anabolisme) van de weefsels en organen.
Bron: PublicDomainPictures, Pixabay
Enzymen zijn eiwitten en cruciaal voor de stofwisseling. Elk enzym heeft een specifieke, katalyserende werking op het biochemisch verloop van het metabolisme. Het basaalmetabolisme is de stofwisseling in rust (fysiek en geestelijk). De
grondstofwisseling wordt onder andere bepaald aan de hand van de hoeveelheid zuurstof die gedurende een tijdseenheid wordt verbruikt (gasometrische methodiek).
Voedingsstoffen en zuurstof
Bij de stofwisseling draait het om het functioneren van de cellen afzonderlijk. Want daar gebeurt het. Daar vinden processen plaats die het leven in stand houden. De cellen nemen voedingsstoffen en
zuurstof op en zetten de opgenomen stoffen om in bouwstoffen voor het lichaam.
Ademhaling
Alle levensverrichtingen, zoals de ademhaling en de
hartslag, worden mogelijk gemaakt dankzij de stofwisseling en staan op hun beurt ten dienste van hetzelfde
metabolisme.