Van hartkleppen tot sinusknoop
De bloedsomloop (hart- en vaatstelsel) is een gesloten circuit en speelt een cruciale rol in het transporteren van zuurstof en voedingsstoffen naar alle lichaamscellen. Het hart is de motor van de bloedsomloop en heeft als taak het handhaven van een constante bloedcirculatie. Het is bovendien een krachtpatser die elke minuut ongeveer 4 liter bloed door het lichaam pompt (hartminuutvolume). Rust gunt dit orgaan zich niet. Na elke samentrekking volgt een pauze van nog geen halve seconde. Pas in de 17de eeuw kreeg de wetenschap een duidelijk beeld van de anatomie en fysiologie van de bloedsomloop.
Inhoud
Hartprestatie
Bron: Clker Free Vector Images, Pixabay Het
hart maakt deel uit van het autonome zenuwstelsel. Het kan uit zichzelf samentrekken onder invloed van twee zenuwen:
- Een zijtak van de nervus vagus, behorend tot het parasympathisch zenuwstelsel. Deze zenuw werkt remmend op de hartspier om te voorkomen dat er meer arbeid wordt verricht dan strikt noodzakelijk is.
- Sympathische zenuwen, ofwel de nervi accelerantes. Ze versnellen de werking van het hart zodra dat nodig is.
Bloedvaten
Zonder bloedvaten kan het hart niets beginnen – en vice versa. De haarvaten (
capillairen) nemen een bijzondere plaats in. Overal in het lichaam waar sprake is van veel verbranding, en waar dus veel
zuurstof wordt verbruikt en kooldioxide geproduceerd, bevindt zich een wirwar van haarvaatjes, zoals in de
spieren.
Haarvaten (capillairen)
Deze arteriolen verwijden zich en trekken zich samen naarmate een orgaan of spier meer of minder
bloed (lees: zuurstof en voedingsstoffen) nodig heeft. Dankzij dit samenspel wordt de hoeveelheid bloed in de
organen voor een groot deel bepaald door de samentrekking van de spiertjes in de wand (
tunica media) van de haarvaatjes.
Ingewikkeld en noodzakelijk samenspel
In het hart- en vaatstelsel hangt alles met elkaar samen. Het hart heeft de bloedvaten nodig, en de bloedvaten het hart. Daar komt bij dat de
samenstelling van het bloed eveneens van wezenlijk belang is. Zonder de rode bloedlichaampjes (
erytrocyten), die zuurstofmoleculen aan zich hechten, hebben de
cellen weinig aan een hart dat uitstekend functioneert en het bloed efficiënt door de bloedvaten stuwt.