Heden ik, morgen gij
Iedereen moet vroeg of laat de confrontatie aangaan met de dood. In de medische wetenschap zijn definities opgesteld om de dood 'in kaart' te brengen, zoals klinisch dood, somatische dood, biologische dood, hersendood en cellulaire dood. Sterven is een zeer persoonlijke ervaring. Als er sprake is van een sterfbed heeft de familie grote invloed op de stervende en kunnen er over en weer veel misverstanden en conflicten ontstaan. Zeker als de ongeneeslijk zieke zich losmaakt van de omgeving om zich voor te bereiden op de dood, maar de familie nog niet tot aanvaarding is gekomen.
Inhoud
Wanneer is iemand dood?
Iemand is feitelijk dood als de
ademhaling, de
hartslag en het bewustzijn verdwenen zijn en
reanimatie niet meer mogelijk is. Het wordt ook wel de laatste, onomkeerbare fase van de somatische dood genoemd. Dat wil echter niet zeggen dat alle levensprocessen dan gestopt zijn. Het cellulair metabolisme kan nog urenlang na de somatische dood standhouden. Dat hangt af van de aanwezige zuurstof en voedingsstoffen in de
cellen. Reanimeren is dan echter niet meer mogelijk, althans niet zoals de stand van de wetenschap nu is.
Bron: Coombesy, Pixabay Familie en vrienden
De Amerikaanse psychiater
Elisabeth Kübler-Ross (1926-2004) heeft na jarenlang onderzoek en talloze vraaggesprekken met stervenden onderscheid gemaakt tussen vijf stervensfasen die elkaar overlappen. Eigenlijk maken familie en vrienden van de ongeneeslijk zieke deze fasen ook mee.
Acceptatie
Familieleden kunnen het bijvoorbeeld heel moeilijk krijgen als de stervende zich mentaal losmaakt van de omgeving, als voorbereiding op de dood, terwijl de familie het levenseinde van de geliefde nog lang niet geaccepteerd heeft. Ze realiseren zich niet dat ze het dan extra moeilijk maken voor de
stervende om afscheid te nemen.
Lijkschouw
Over de lijkschouw bestaan nogal wat misverstanden. In Nederland mag iedereen de dood vaststellen, maar de
overlijdensverklaring (A-verklaring), en een verklaring omtrent de doodsoorzaak (B-verklaring), moet worden uitgeschreven door een arts. Het doel daarvan is het uitsluiten van een niet-natuurlijke doodsoorzaak. Als daar ook maar enige twijfel over bestaat, moet de lijkschouwer eraan te pas komen en wordt de genoemde overlijdensverklaring niet getekend, maar het overlijden gemeld aan de
officier van justitie, die vervolgens een verklaring van niet-natuurlijk overlijden tekent.