De klassieke ademoefeningen onder de loep
Pranayama maakt naast de yogahoudingen deel uit van hatha yoga en is de vierde discipline van de acht componenten van raja yoga. In hatha yoga neemt pranayama een zeer belangrijke plaats in en betekent adembeheersing, ofwel de beteugeling en geleiding van prana, de levensenergie. De yogahoudingen zorgen prozaïsch gezegd voor een 'verinnerlijking van het bewustzijn', waarbij het lichaam geschikt wordt gemaakt voor het opladen met prana. De ritmische in- en uitademing, afgewisseld met het vasthouden van de adem (kumbhaka), maakt daar integraal deel van uit.
Inhoud
Over nadi's, chakra's en de Jakobsladder
De orthodoxe
hatha yoga is gericht op het wekken van de kundalini en het stimuleren van de
chakra's door middel van
yogahoudingen (asana's), specifieke lichaamsoefeningen (mudra's) en ademoefeningen (pranayama). Deze yogadiscipline, een van de vele, is gebaseerd op de theorie van het etherisch lichaam, dat bestaat uit een netwerk van energiekanalen (nadi's) waardoorheen volgens de yogaleer de prana of levensenergie stroomt. De centrale hoofdnadi heet
sushumna, die zich in de wervelkolom bevindt en waar zich ook de belangrijkste chakra's bevinden.
Slangenkracht
Chakra's zijn anatomisch niet aantoonbare energiecentra van prana en mogelijk de tegenpolen van de zenuwknopen, zoals de zonnevlecht. Bepaalde ademhalingsoefeningen reinigen de nadi's, waarna andere pranayama's – met kumbhaka – de chakra's stimuleren en activeren. Overigens staan de hoofdchakra's en de slangenkracht (kundalini) symbool voor de zeven bewustzijnsniveaus. In de christelijke leer heet het equivalent ervan de
Jakobsladder.
Pranayama – beheersing van de levensenergie (prana)
Pranayama bestaat uit verschillende ademtechnieken. Een daarvan is het afwisselend in- en uitademen door het linker- en rechterneusgat. Het is belangrijk dat tijdens het oefenen de adem nooit te lang wordt vastgehouden. Ook in pranayama is forceren uit den boze. In de orthodoxe yoga wordt met behulp van pranayama de levensenergie (prana) opgewekt en geleid. Wie naast de yogahoudingen ook
ademoefeningen wil doen, dient eerst de normale ademhaling te verbeteren.
De klassieke ademoefeningen
In de
Gheranda-samhita, een van de gezaghebbende Indiase yogageschriften, worden acht soorten pranayama beschreven. In de westerse yogascholen zijn de meeste van deze orthodoxe oefeningen aangepast aan de behoefte van de yogaleerlingen. Na elke ademhaling dient men enkele minuten uit te rusten in
savasana. Dan pas zal men de positieve uitwerking van pranayama ten volle ervaren. Pranayama schenkt vitaliteit. Veel yogabeoefenaars omschrijven dat gevoel als 'vol energie, maar toch
ontspannen'.