Van hittegolf tot winterstorm
Het Nederlandse weer staat in het teken van kortdurende veranderingen in de atmosfeer, variërend van zinderende hittegolven tot strenge vorstperioden en alles daartussenin. Elke dag, jaar in jaar uit, worden die veranderingen bepaald door stromingen van grote luchtmassa's. Het weer is dus meestal afwisselend. De bepaling van het klimaat in een gebied heeft daarentegen te maken met langjarige (30 jaar) seizoensgemiddelden van het aantal uren zon, de hoeveelheid neerslag, de luchtvochtigheid en tal van andere factoren.
Inhoud
Weer en klimaat
De temperatuur, de neerslag en de wind bepalen het weer van elke dag. Het weertype – zeker in Nederland en België – is bovendien tijdelijk en zeer
plaatselijk van aard. Bij het bepalen van het klimaat worden de gegevens van het weer over een lange periode opgetekend. Het betreft dus het gemiddelde weer in een bepaalde streek of gebied.
Stapelwolk /
Bron: Hans, PixabayFactoren
Welk klimaat een
land of streek heeft, hangt van veel factoren af, zoals:
- De geografische ligging, zoals bij de polen of op de evenaar.
- Aan zee of ver landinwaarts.
- De geografische hoogte van de streek, bijvoorbeeld bergachtig gebied.
Over neerslag en neerslagzones
De gemiddelde neerslagverdeling in de klimaatzones is het gevolg van de wisselende zenitstand van de zon en de aard van de
klimaatzone. Tal van factoren, zoals de temperatuur, bepalen hoeveel waterdamp de lucht kan opnemen. Het spreekt vanzelf dat de luchtvochtigheid boven warme oceanen het hoogst en boven savannes en woestijnen het laagst is.
Stapelwolken
De grootste neerslaghoeveelheden vindt men in de tropen. Het zijn de zenitregens. Dat zijn felle buien die ontstaan door warme en loodrecht opstijgende luchtmassa's die indrukwekkende stapelwolken met een verticale opbouw (
cumulus congestus) vormen. Overigens hebben ook de
lij- en loefzijden in bergachtige streken grote invloed op de jaarlijkse hoeveelheid neerslag.
Van een verkoelend briesje tot een tropische storm
Sir Francis Beaufort (1774-1857) was een Britse admiraal maar bovenal hydroloog en oceanograaf. In het begin van de 19de eeuw ontwikkelde hij voor de zeevaart een systeem om de windkracht te meten, gebaseerd op de zeilvoering. In 1874 werd de
Beaufortschaal – windkracht 1 t/m 17 – internationaal toegepast. Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw kan met deze windschaal zeer nauwkeurig onderscheid worden gemaakt tussen orkanen met verschillende windsnelheden, ofwel windkracht 12 t/m 17. Dit gegeven en tal van andere factoren zijn belangrijk, met name voor de weersvoorspelling, omdat
zware stormen veel schade aanrichten en telkens opnieuw levens kosten.