De vraatzucht van dieren in perspectief
Sommige dieren in de vrije natuur worden afgeschilderd als bloeddorstige wezens. In de meeste gevallen heeft het alles te maken met een slechte reputatie, die niet altijd strookt met de werkelijkheid. Doorgaans is er zelfs sprake van een verwevenheid met mythen, volksverhalen en sterk overdreven getuigenissen uit een periode dat de overdracht van kennis met behulp van verhalen een grote plaats innam. Die dieren worden dan als monsters beschouwd, die het soms zelfs speciaal op de mens voorzien hebben.
Inhoud
Monsters en andere vraatzuchtige wezens
Niet alle monsters zien er gedrochtelijk uit, hoewel de definitie ervan daar veelal de nadruk op legt. Ook gewone dieren kunnen door hun
slechte reputatie voor monsters worden aangezien. Een goed voorbeeld daarvan is de wolf. En niet te vergeten de vleermuis, die door iedereen geassocieerd wordt met de bloed drinkende Dracula. In speelfilms wordt daar dankbaar gebruik van gemaakt. Zoals Lara Croft die het in
Tombraider III moet opnemen tegen talloze piranha’s in een kolkend bassin. Of James Bond die in bed een vogelspin aantreft.
Bron: Pixaline, Pixabay Griekse mythologie
In de mythologie van de oude Grieken wemelt het van monsters die gerelateerd zijn aan ‘gewone’ dieren. Zoals de Minotaurus, de Harpijen, de Griffioen, Medusa en de slang van Lerna. Na de Romeinse tijd werden andere dieren voor het voetlicht gebracht, zoals de
draak en andere onwezens. Karakteristiek is dat ze sterk gerelateerd zijn aan dieren die de mensen in het dagelijks leven tegenkwamen.
Geloof in monsters
Het geloof in monsters is nog steeds springlevend. Net als vroeger worden verhalen over gewone dieren, die hun natuurlijke aard volgen, zodanig opgeblazen en overdreven dat hun zogenaamde bloeddorstigheid
mythische proporties aanneemt. Verhalen die bijna per definitie met een korreltje zout moeten worden genomen.